Vier satellieten van Andromeda en een ghost (dutch)
Net als ons eigen melkwegstelsel heeft ook het naastgelegen Andromeda complex satellieten in haar bezit. Deze bestaat uit ten minste 14 dwergstelsels. De bekendste hiervan zijn M32 en M110 die dicht bij M31 aan de hemel staan en ook het Messier predicaat kregen. Iets minder bekend zijn NGC 147 en NGC 185 die feitelijk in het sterrenbeeld Cassiopeia staan. Behoorlijk ver naar het noorden dus. Ze zijn minder helder (vooral NGC 147) en hebben voor goede zichtbaarheid duidelijk baat bij een donkere hemel. De overige tien dwergen (AND I – X) zijn met amateurkijkers niet te zien.
Lauwersmeer – 21 september
M32 is de helderste van de Andromeda satellieten en met kleine instrumenten bij aanzienlijke lichtvervuiling al te zien als een “wattige” ster nabij de kern van M31. Zelfs bij volle maan kan ik het stelsel eenvoudig zien met mijn Heritage (13cm) vanuit de tuin in Almere.
Met de 16” vanaf een donkere locatie zijn er natuurlijk veel meer veldsterren te zien en kan er flink vergroot worden. Het licht wordt nu over een groter oppervlak uitgesmeerd en er is een helderheidsverschil te zien binnen de nevel; de kern is puntvormig en behoorlijk wattig en tot halverwege uit de kern blijft de helderheid hoog. Daarna neemt het vrij plots af. De vorm is bijna perfect rond.
Het eerste wat bij M110 opvalt is dat deze enorm groot is. In de 20mm vult het al een behoorlijk deel van het veld, zeker perifeer. Details zijn er niet te zien, maar het is wel leuk om de sterretjes in en net naast de gloed te proberen te ontwaren. En daar zijn er behoorlijk wat van op te tekenen. Het stelsel verliest zeer gelijkmatig zijn helderheid naar de randen toe, maar in het centrum is toch een langwerpig helderder gebied zichtbaar. Precies in het midden daarvan is een stellaire kern (als een wattig sterretje).
Dijkgatsbos – 6 oktober
De twee satellieten NGC 147 en NGC 185 staan slechts 1 graad bij elkaar vandaan. In een widefield zijn ze dus net samen in beeld te zien, mits de hemel donker genoeg is. Hier in het bos bekijk ik ze echter afzonderlijk, te beginnen met de zwakste van de twee.
De ellipsvorm van NGC 147 is meteen duidelijk te zien, maar het forse stelsel is inderdaad erg lichtzwak. Het is de zwakste van de Andromeda satellieten. Een echte kern ontbreekt en daardoor lijkt het schijnsel bijna doorzichtig. Perifeer is het nog een stuk groter en lopen de uiteinden ver door om vervolgens geruisloos in de hemelachtergrond over te gaan. Er staat een voorgrondsterretje net linksonder het midden die voor stellaire kern door zou kunnen gaan. Maar dat is dus bedrog. Verder zie ik nog twee hele zwakke sterretjes in de gloed. Een donker gebied ten westen (links) van het stelsel is verder opvallend, alsook de vele zwakke sterretjes die het beeldveld sieren.
NGC 185 geeft een heel ander beeld. Ook deze is groot, maar eerder rond; met moeite is de lengterichting te ontwaren. Dit stelsel heeft wel duidelijk een kerngebied dat tot zo’n 50% van de kern behoorlijk helder is. Opvallend is dat de gloed niet egaal is, maar korrelig oogt, als een onopgeloste bolhoop. Ik weet niet of dit gezichtsbedrog is of dat het op werkelijke structuur berust, maar bijzonder is het wel. Een boogje zwakke sterretjes loopt vanaf links(onder) het stelsel binnen, waarvan eentje ín de lichtgloed. Verder zijn ook hier weer veel sterren te zien in het beeldveld waarvan ik er zo veel mogelijk probeer in te tekenen.
Solitaire lenticular galaxy
Het laatste object is geen dwergstelsel van M31, maar een lenticular galaxy. Deze is niet door zwaartekracht gebonden aan een groep. Maar zo eenzaam als NGC 404 tussen de andere sterrenstelsels staat, zo gebroederlijk staat het voor ons gezien aan de hemel naast een wel heel heldere ster: Beta And of Mirach van magnitude 2. Door deze nabijheid wordt de nevel ook wel “Mirach’s Ghost” genoemd. Samen vormen ze waarschijnlijk het bekendste paar van ster/galaxy in één beeldveld.
In de 16” is Mirach zeer helder. Het nachtzicht verblindende licht is duidelijk geel en er zijn lange spikes en een ruime “glow” zichtbaar. Ondanks dat is het sterrenstelsel helder genoeg om zelfs met direct zicht goed te kunnen zien als een reflectie van de heldere ster. Samen in beeld vormen ze een bijzonder mooi duo.